Het zelfmoordscenario is van tafel. Geen van de grote politieke partijen ligt
nog op ramkoers met de toekomst. Op basis van de verkiezings- programma’s
zijn er alleen nog maar coalities mogelijk die de houdbaarheid van de
overheidsfinanciën beloven te waarborgen.
Alleen de SP en PVV laten het afweten. Ongeveer de helft van de
begrotingsproblemen laten deze partijen liggen voor de volgende generatie.
Dat blijkt uit de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s die het Centraal
Planbureau (CPB) donderdag 20 mei presenteerde. Partij voor de Dieren en
TON deden niet mee met de doorberekening.
Recht in de rails
Bij alle andere partijen loopt in 2040 de begroting weer recht in de rails.
Niet dat we dan de staatsschuld hebben afbetaald, maar het gevaar van een al
maar verder oplopende schuld is geweken. De kosten van vergrijzing en
ontgroening, van stijgende zorgkosten en dalende beroepsbevolking, zijn dan
netjes onder controle gebracht.
Dat de hele Nederlandse politiek – met uitzondering van uiterst links en
uiterst rechts – tot het besef is gekomen dat we de schuldenbom nu al moeten
ontmantelen, is pure winst. Een paar jaar geleden was dat inzicht nog ver te
zoeken.
Griekenland leidde
Bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen in 2006 rekende het CPB ook de plannen
van de partijen door. Toen luidde de vernietigende
conclusie: "Geen enkel beleidspakket biedt volledig uitzicht op
houdbare overheidsfinanciën."
Alle partijen, van klein tot groot, van links tot rechts, hielden koppig de
kortste route naar de financiële afgrond aan. Waar Griekenland leidde,
volgde Nederland.
Belachelijke vergelijking? Dat valt te bezien. De Europese Commissie deed in
2009 een onderzoek naar de houdbaarheid op lange termijn van de overheidsfinanciën
van eurolanden. De Nederlandse situatie kreeg het predicaat 'hoog
risico'. Andere landen met dat etiket waren Griekenland, Ierland en Spanje.
Voor bijvoorbeeld Italië en België luidde het oordeel: 'gemiddeld risico'.
Alleen Finland kreeg 'laag risico'. Op termijn had Nederland de zaakjes
allerminst voor elkaar.
Argwaan kapitaalmarkt
Sinds de schuldencrisis in Europa dit jaar in volle hevigheid uitbrak, zien
we de risico’s van een onhoudbare begroting. Landen als Spanje en Portugal
hebben op zich geen rampzalig hoge staatsschuld. Maar het gebrek aan
uitzicht op een daadkrachtig politiek antwoord op de toekomstige
begrotingsproblemen heeft de argwaan van de kapitaalmarkt gewekt.
Waarom zou je geld lenen aan een land dat misschien volgend jaar nog wel, maar
over twintig jaar de aflossing en rente niet meer kan betalen? Landen worden
uiteindelijk afgerekend op de betrouwbaarheid van het begrotingsbeleid op
lange termijn
Nederland op orde
Nederland lijkt dat dus op orde te krijgen. Sinds de PvdA
deze week besloot ook het hele 'houdbaarheidstekort' op te lossen, is er
geen coalitie meer mogelijk waarbij kortzichtige partijen hun zin kunnen
doordrijven. Wat je ook stemt: dertig miljard euro tekortreductie is altijd
de uitkomst.
Dat klinkt misschien weinig democratisch, maar er is nog altijd veel te
kiezen. De timing van de bezuinigingsoperatie verschilt per partij. De PvdA
begint relatief langzaam, en laat twee derde van de bezuiniging pas na 2015
vallen. Bij de VVD is dat precies andersom.
Voor het CPB maakt de precieze timing niet veel uit. Zolang er de komende vier
jaar maar maatregelen worden genomen die in 2040 het benodigde bedrag
opleveren.
Aanpak hypotheekrenteaftrek
Ook over de verdeling van de pijn moet de kiezer nog beslissen. Werken tot 67
jaar is de enige maatregel die alle partijen willen nemen. Verder kan
Nederland naar wens kiezen uit vermindering van de hypotheekrenteaftrek,
kortere WW, hogere zorgpremie, wel of geen basisbeurs, hogere belasting voor
rijken en minder subsidies voor armen. We kunnen links bezuinigen of rechts.
Er is voor elk wat wils.
Wat alleen niet meer kan is stemmen op een partij die ontkent dat er een
afgrond is. Tenzij je bereid bent de randen van het politieke spectrum (SP
of PVV) op te schuiven.
Als de politici ook tijdens de coalitieonderhandelingen zo streng in de leer
blijven is de kans groot dat de volgende keer dat de Europese Commissie haar
ranglijst opstelt de Nederlandse begroting het predicaat ‘gering risico’
krijgt.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl